Communiceren in het beginstadium van dementie
Dementie kan de communicatie tussen u en uw naaste op allerlei manieren bemoeilijken. Uw naaste kan bijvoorbeeld problemen krijgen met taal en spraak. Informatie verwerken wordt ook steeds ingewikkelder. Het gaat allemaal veel langzamer.
Blijven informeren
Uw naaste met dementie heeft recht op informatie, zeker als het over zichzelf gaat. Geef iemand zo lang mogelijk de kans om zelf te blijven beslissen. Naarmate de ziekte vordert, wordt dit moeilijker. Blijf wel vertellen wat u doet en welke beslissingen u neemt, dan sluit u iemand niet buiten.
Communiceren in een gevorderd stadium van dementie
Naarmate de dementie verder vordert is de gebruikelijke communicatie met woorden soms niet meer goed mogelijk. Maar als praten moeilijker gaat, kunt u wel op allerlei andere manieren contact hebben en duidelijk maken dat uw naaste belangrijk voor u is.
Korte vragen stellen
- Wilt u dat uw naaste iets gaat doen, vraag dat dan vlak voor het moment dat het moet gebeuren.
- Gebruik korte, gerichte vragen en geef niet meer dan één boodschap per keer
- Stel uw vraag zo dat de kans op falen het kleinst is. Zo voorkomt u dat uw naaste zich onzeker gaat voelen en bang is om dingen fout te doen.
- Vraag liever ook niet naar het waarom van iets: uw naaste zal er vaak geen antwoord op weten.
Rust overbrengen, dat is het allerbelangrijkste
- Een beeld is voor uw naaste herkenbaarder dan woorden. Beelden van vroeger zijn beter herkenbaar dan beelden van nu.
- Plan regelmatige rustmomenten in op de dag. Zo kan uw naaste even tot rust komen en prikkels en informatie verwerken.
- Kom in beweging. Zoek naar een manier die uw naaste prettig vindt. Gaat u liever niet wandelen? Dan kunt u misschien samen tuinieren.
- Stimuleer meerdere zintuigen. Laat uw naaste dingen ruiken of aanraken als u het ergens over heeft. Hierdoor zal de persoon met dementie beter begrijpen wat u bedoelt of wat iets is.
- Trek de aandacht wanneer u iets wilt zeggen. Leg bijvoorbeeld even uw hand op de arm van uw naaste en maak oogcontact.
- Praat in korte zinnen. Gebruik in elke zin maar één boodschap. En wacht even totdat uw naaste de tekst heeft verwerkt.
- Lach met elkaar en gebruik humor.
- Hang een duidelijke kalender en klok op. Stimuleer uw naaste om klok te kijken en gebeurtenissen af te strepen zodra ze hebben plaatsgevonden.
- Zorg voor structuur: een duidelijke dagindeling geeft de persoon met dementie houvast.